Wietse Chanet volgt de masteropleiding Biology Biodiversity, Conservation and Restoration aan Universiteit Antwerpen. Tijdens zijn stage bij het Grenspark, analyseerde hij het aantal waarnemingen van zwangere gladde slangen (Coronella austriaca) in het natuurgebied en koppelde hij deze waarnemingen aan weersomstandigheden.
Foto: Marc Slootmaekers
Waaraan kan je de gladde slang herkennen?
De gladde slang (Coronella austriaca) is een niet – giftige, 50 – 70 cm lange slang. Het dier heeft een donkere band die van het neusgat door het oog naar de mondhoeken loopt en een bruin – grijs gekleurde rug met een patroon van donkere vlekken. De schubben op de kop van de gladde slang vormen een patroon dat uniek is voor elk individu. De gladde slang is één van de twee soorten slangen die voorkomen in Grenspark Kalmthoutse Heide, de andere is de giftige adder (Vipera berus). Het verschil tussen beide soorten is onder andere te zien aan de rug: in tegenstelling tot de gladde slang met de verspreide donkere vlekken heeft de adder een doorlopende donkere zigzagstreep. De ogen van beide soorten zijn ook verschillend: de gladde slang heeft een horizontale pupil, de adder een verticale.
Wat zijn de ideale leefomstandigheden voor de gladde slang?
De gladde slang heeft een voorkeur voor droge gebieden, maar kan ook voorkomen bij vennen en in rivierdalen. De meest populaire habitattypes zijn droge heidevelden, droge graslanden, open plekken in loofbossen en bosranden. Om zijn lichaamstemperatuur te regelen heeft de gladde slang plaatsen nodig met zowel open en zonnige plekken als beschutte en schaduwrijke plekken gevormd door kleine struiken zoals gewone heide (Calluna vulgaris) en blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus).
Hoe wordt de gladde slang gemonitord in Grenspark Kalmthoutse Heide?
Om de populatie van de gladde slang op te volgen gaan vrijwilligers frequent op pad om de dieren te zoeken. Ze wandelen dan langs vooraf bepaalde transecten en kijken goed rond of ze slangen kunnen spotten. Ze gebruiken de plaatjesmethode waarbij ze platen controleren die in het Grenspark zijn gelegd waaronder de dieren zich kunnen opwarmen en verschuilen. Wanneer een slang wordt gevonden, wordt de waarneming geregistreerd in het slangenportaal: een website die gebruikt wordt voor de monitoring van slangen in België en Nederland. Bij de waarneming worden dan zoveel mogelijk variabelen vermeld: de locatie, het tijdstip, de waarnemer, de weersomstandigheden, .. en wanneer er de mogelijkheid is tot voorzichtige manipulatie wordt ook het geslacht, de lengte, het gewicht etc. vastgesteld. Zoals eerder gezegd kunnen gladde slangen individueel herkend worden op basis van hun kopschubben. Hierdoor kunnen de waarnemers elk gevonden dier identificeren door de kop te vergelijken met foto’s van de koppen van gekende slangen in hetzelfde gebied. Wanneer het aantal bekende slangen echter groter wordt, kan dit een hele opgave zijn. Daarom krijgt elke geïdentificeerde slang ook een label van 6 nummers, gebaseerd op de plaats en de kleur van de schubben op de kop. Na het bepalen van deze unieke code kunnen waarnemers ook deze code toevoegen aan de waarneming die ze hebben gedaan in het slangenportaal en controleren of en hoe vaak het dier al is gevonden. Deze methode is zeer nuttig voor ecologisch onderzoek naar de gladde slang, omdat ze de dieren weinig verstoort en de mogelijkheid biedt om individuen gedurende hun hele leven te volgen.
Waarom is het belangrijk dat deze soort wordt gemonitord?
De gladde slang is een soort die door de Belgische wet beschermd is en als bedreigd vermeld staat op de Rode Lijst voor amfibieën en reptielen in Vlaanderen. Daarom is het zeer belangrijk om de toestand van de populaties, zoals deze in het Grenspark Kalmthoutse Heide, zo goed mogelijk op te volgen. De dieren zijn echter moeilijk te vinden en te observeren aangezien ze perfect gebruik maken van de bodembedekking en vegetatiestructuur. Hierdoor blijven er veel vragen bestaan over de demografie en ecologie van deze cryptische soort. Met de monitoring van de gladde slangen in het Grenspark kan er meer inzicht komen in het leven van deze speciale dieren, wat een belangrijke bijdrage levert aan hun voortbestaan.
Wat heb je tijdens je stage onderzocht en wat zijn je bevindingen?
Het doel van mijn stage was het analyseren van het aantal waarnemingen van zwangere gladde slangen in Grenspark Kalmthoutse Heide doorheen de tijd en het koppelen van deze waarnemingen aan weersomstandigheden. Uit de analyse van de waarnemingen gedurende vele jaren bleek onder andere dat het aantal drachtige wijfjes een relatief groot deel uitmaakt van het totale aantal individuen en dat de verhouding tussen drachtige wijfjes en totaal aantal slangen redelijk constant blijft over de jaren heen. De gemaakte grafieken laten ook een herstel van de gladde slangenpopulatie zien na de grote brand in 2011. Ten slotte bevestigde dit deel van de analyse dat de gladde slangen in het Grenspark zich jaarlijks voortplanten, wat vrij uitzonderlijk is.
De analyse van het weer tijdens waarnemingen van drachtige gladde slangen gaf volgende interessante resultaten. De gemiddelde temperatuur tijdens veldbezoeken wanneer een drachtig wijfje wordt gevonden is 19,83°C, maar ze kunnen gevonden worden bij een temperatuur tussen 15°c en 30°C. Alle gladde slangen zijn over het algemeen beter zichtbaar tijdens een bewolkte hemel, omdat ze dan meer tijd nodig hebben om op te warmen, maar drachtige wijfjes worden gezien bij een significant grotere bewolking dan eender welke andere gladde slang. Bijna de helft van de bestudeerde waarnemingen van drachtige wijfjes gebeurde tijdens een volledig bedekte hemel. Dit zou mogelijks verklaard kunnen worden doordat zwangere wijfjes meer energie nodig hebben voor de ontwikkeling van de embryo’s en dus langer in de open lucht moeten blijven tijdens zeer bewolkte dagen. De windrichtingen tijdens veldbezoeken waar zwangere wijfjes werden waargenomen verschilden significant van die tijdens veldbezoeken waar ofwel niet – zwangere wijfjes ofwel eender welk niet – zwanger dier werd gezien. Uit de resultaten blijkt dat zwangere wijfjes vaker worden waargenomen bij een noordwestelijke en noordoostelijke wind en niet – drachtige wijfjes en alle niet – drachtige dieren bij een westelijke wind. Dit is in overeenstemming met de frequente waarnemingen van drachtige wijfjes bij een meer bewolkte hemel, als gevolg van een onstabiele atmosfeer bij noordwestenwind, en bij een warme temperatuur, als gevolg van een noordoostenwind.
Benieuwd naar het volledige verslag? Lees het hier.
Zie je tijdens je bezoek aan het Grenspark een gladde slang?
Stuur een foto met locatie door naar info@grenspark.be. Deze info kan ons helpen om het dier nog beter te monitoren.
Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief ‘Wissels’ en ontvang interessante updates over het Grenspark.
Volg ons
© Grenspark Kalmthoutse Heide | Privacy – Disclaimer
Website door Kornuiten.com
Met dank aan (natuur)fotografen Marc Slootmaekers, Fred Severin, Dick van Dop en Rudi Delvaux voor het ter beschikking stellen van hun foto’s.